Op 17 maart heeft het Kabinet een serie noodmaatregelen aangekondigd. Per diezelfde datum is de regeling Werktijdverkorting ingetrokken. Daarvoor in de plaats is gekomen de “Tijdelijke noodmaatregel voor overbrugging van werkgelegenheid” (NOW). De NOW is op 1 april in werking getreden. Op 3 april is de regeling op onderdelen hersteld. Vanaf 6 april kunnen werkgevers een aanvraag op grond van de NOW indienen bij het UWV. In de eerste week is bij wijze van voorschot 1,3 miljard aan loonkostensubsidie uitbetaald. Vandaag, 15 april, hebben meer dan 90.000 werkgevers een beroep op de NOW gedaan.
De NOW
De NOW is een subsidieregeling die het behoud van werkgelegenheid tot doel heeft. Werkgevers die in deze periode geconfronteerd worden met een omzetdaling kunnen een beroep doen op de NOW. Bij een omzetdaling van 20% of meer komen zij in aanmerking voor loonkostensubsidie (de subsidie). De subsidie bedraagt 90% van de procentuele omzetdaling. Bij een omzetdaling van 100% bedraagt de subsidie 90% van de loonsom; bij een omzetdaling van 50% bedraagt de subsidie 45% (= 50% van 90%); bij een omzetdaling van 20% bedraagt de subsidie 18% (=20% van 90%) enz. De werkgever hoeft niet aan te tonen dat de omzetdaling het gevolg is van het coronavirus, dat is geen eis die de regeling stelt.
De NOW geldt voor een periode van 3 maanden, van 1 maart tot en met 31 mei 2020. De Minister heeft de mogelijkheid opengehouden om de NOW te verlengen, daarover wordt uiterlijk eind mei beslist. De subsidie ziet op de lonen die worden betaald in de periode van 1 maart tot en met 31 mei. De werkgever heeft de mogelijkheid om een afwijkende periode van drie maanden te kiezen voor de vaststelling van de omzetdaling. Die aaneengesloten periode van 3 maanden moet gelegen zijn tussen 1 maart en 31 juli 2020. De periode waarover de omzetdaling wordt berekend, leidt niet tot een afwijkende periode voor de loonkostensubsidie, die periode blijft 1 maart tot en met 31 mei.
De omzet
Omzet in de zin van de NOW is gerelateerd aan het begrip dat in de jaarrekening is gehanteerd. Onder omzet wordt mede verstaan subsidies, giften, of bijdragen van bijvoorbeeld zorgverzekeraars. Als de werkgever onderdeel uitmaakt van een groep, wordt de omzet op groepsniveau genomen. Dat kan tot gevolg hebben dat groepsmaatschappijen die worden geconfronteerd met een stevige omzetdaling geen beroep kunnen doen op de NOW, omdat er op groepsniveau geen sprake is van een omzetdaling van 20% of meer.
De teruggang in omzet (over de gekozen aangesloten periode van drie maanden) wordt gerelateerd aan 25% van de omzet in 2019. Dat kan nadelig zijn voor ondernemingen met seizoensgebonden activiteiten. De Minister realiseert zich dit, maar heeft gezegd dat de snelheid waarmee de regeling tot stand is gekomen geen mogelijkheid biedt voor meer maatwerk.
De subsidie
De NOW is een loonkostensubsidie. De loonkosten van de werknemers die in dienst zijn van de werkgever worden gesubsidieerd. De subsidie wordt berekend met de volgende formule:
A x B x 3 x 1,3 x 0,9
• A = percentage omzetdaling
• B = loonsom (januari 2020)
• 3 = de duur van de subsidie (drie maanden)
• 1,3 = de werkgeversopslag van 30% (pensioenpremie, vakantietoeslag, premies sv)
• 0,9 = subsidiepercentage van 90%
De procedure
Werkgevers die een beroep doen op de NOW krijgen van het UWV in eerste instantie een voorschot op de subsidie. Bij de berekening van dat voorschot worden de door de werkgever geschatte omzetdaling én de loonsom over januari tot uitgangspunt genomen. Het voorschot wordt door het UWV uitbetaald binnen 4 weken na de aanvraag en bedraagt 80% van het geschatte subsidiebedrag. Na afloop van de subsidieperiode wordt de subsidie definitief vastgesteld. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie gaat het om de daadwerkelijk omzetdaling in de door de werkgever gekozen periode van 3 maanden. Is die omzetdaling kleiner dan geschat, dan wordt de uiteindelijke subsidie lager vastgesteld. Is de omzetdaling groter dan geschat, dan valt de subsidie hoger uit.
De loonsom
Bij de voorschotberekening wordt de loonsom van de werkgever over januari zoals bekend in de polisadministratie van het UWV tot uitgangspunt genomen. Die loonsom wordt verhoogd met een (werkgevers)opslag van 30% waarmee extra kosten zoals vakantietoeslag, pensioenpremie en werkgeverslasten worden gecompenseerd.
Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt gekeken naar de daadwerkelijke loonsom in de subsidieperiode (vermeerderd met 30% opslag). Is die loonsom lager dan drie keer de loonsom over januari, dan wordt de subsidie verminderd met 90% van het bedrag waarmee de loonsom is gedaald. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het subsidiepercentage (variërend van 18% tot 90%). Dit is gedaan om werkgevers te stimuleren om werknemers tijdens de subsidieperiode zoveel mogelijk in dienst te houden en ook het salaris aan flexibele krachten door te betalen. Als de loonsom in de subsidieperiode hoger is dan in januari, heeft dat geen effect op de hoogte van de subsidie.
De voorwaarden
Aan een beroep op de NOW is een aantal voorwaarden gekoppeld. De meest relevante zijn: 1) de inspanningsverplichting van de werkgever om de loonsom gelijk te houden; 2) de plicht om geen ontslagen op grond van bedrijfseconomische reden door te voeren; 3) de subsidie alleen te gebruiken voor loonkosten; en 4) het informeren van de medezeggenschap.
Ad 1) Bij een beroep op de NOW wordt verwacht dat de werkgever zich inspant om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Het doel van de regeling is immers behoud van werkgelegenheid. De NOW voorziet ook in een tegemoetkoming in het loon van de flexibele arbeidskrachten die in dienst zijn van de werkgever Het is dan ook de uitdrukkelijke bedoeling dat de werkgever ook hen het loon doorbetaalt. Een daling van de loonsom heeft dan ook gevolgen voor de hoogte van de uiteindelijke subsidie waar de werkgever aanspraak op kan maken (loonsom 1 euro lager, 90 cent minder subsidie).
Uitzendkrachten zijn overigens niet in dienst van de werkgever, maar van het uitzendbureau. Een uitzendbureau dat geconfronteerd wordt met een omzetdaling kan voor zijn werknemers (waaronder de uitzendkrachten) ook een beroep doen op de NOW.
Ad 2) De NOW is bedoeld om werkgelegenheidsverlies te voorkomen, maar in de regeling is geen absoluut ontslagverbod opgenomen. In de regeling is als voorwaarde opgenomen dat de werkgever gedurende de subsidieperiode geen ontslagprocedure op grond van bedrijfseconomische reden start. Wanneer de werkgever deze voorwaarde niet nakomt, dan wordt het loon van de werknemers waarvoor ontslag is aangevraagd vermeerderd met 50% (en na toepassing van een formule) op het subsidiebedrag in mindering gebracht. Deze extra financiële prikkel van 50% heeft overigens alleen betrekking op de ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen, ontslagen op grond van andere reden (en ook het niet verlengen van contracten voor bepaalde tijd) worden niet extra gesanctioneerd. Zij leiden wel tot een lagere loonsom en daarmee tot een lagere loonkostensubsidie. Let wel: de ontslagaanvraag wordt gesanctioneerd, ook als de aanvraag niet leidt tot een ontslag.
Ad 3) Deze voorwaarde spreekt voor zich en is in overeenstemming met het doel van de regeling. Bij evident misbruik kan de subsidie worden opgeschort, of achteraf worden teruggevorderd.
Ad 4) Het (voorgenomen) besluit om een beroep te doen op de NOW is op grond van de Wet op de Ondernemingsraden niet advies- of instemmingsplichtig. De NOW zelf bepaalt dat de werkgever de OR (of bij gebreke daarvan de PVT of personeelsvergadering) moet informeren over subsidieverlening. In de toelichting op de regeling is vermeld dat de werkgever hiermee duidelijk maakt hoe hij zich inspant om doorbetaling van de lonen te realiseren en werkgelegenheid zoveel mogelijk te behouden. Tevens biedt dit informatiemoment de mogelijkheid om in overleg met werknemers te bezien welke andere maatregelen nodig zijn om deze lastige periode te overbruggen.
Tot slot
De NOW is tot stand gekomen in een periode van 2 weken. Dat mag gerust een huzarenstukje worden genoemd. De regeling is in de plaats gekomen van de regeling Werktijdverkorting. Voor de werknemers heeft dit als voordeel dat het loon volledig wordt doorbetaald, er geen beroep op de WW hoeft te worden gedaan en het doorvoeren van ontslagen in de subsidieperiode wordt ontmoedigd. De regeling zelf is kort en bondig, maar biedt geen ruimte voor maatwerk. De Minister is zich daar van bewust, maar heeft aangegeven dat dit de keerzijde is van de snelheid waarmee de regeling tot stand is gekomen. Het moest nou gebeuren. Laten we hopen dat de NOW zijn naam eer aan doet en leidt tot behoud van werkgelegenheid.

Derk Domela
06 51 153 571
Auteur van het artikel
Ik werk sinds 1997 als advocaat. Ik houd ervan om problemen op te lossen en met mensen te werken. In het arbeids- en medezeggenschapsrecht komt dit mooi samen. Het is werk waar ik mij verantwoordelijk voor voel. Ik ben ervan overtuigd dat die persoonlijke betrokkenheid het beste resultaat oplevert. Dat is ook de reden dat ik niet meer voor groot kantoor werk. Ik houd ervan snel tot de kern van de zaak komen en daarna te zoeken naar de beste oplossing. En als vader van een puber, oefen ik dagelijks thuis.
Ik ben lid van de VAAN en de Vereniging voor Arbeidsrecht.
Mijn specialiteiten zijn:
Arbeidsrecht
Medezeggenschap
Ondernemingsrecht